Een oude test.

Je wordt uitgedaagd om een kaars dusdanig aan een prikbord te bevestigen dat het kaarsvet bij het branden van de kaars niet op de tafel of vloer eronder druppelt. Voor je op de tafel staan een doosje punaises, een kaars en lucifers. Boven de tafel, aan de muur, hangt het prikbord.

Deze test is beter bekend als Duncker’s Candle Problem en is een test die de invloed meet van ‘functional fixedness’ op iemands probleemoplossend vermogen. Gestalt psycholoog Karl Duncker wilde testen in hoeverre iemand in staat is om een object andere functionaliteiten toe te kennen dan die bij deze persoon bekend zijn.

De oplossing ligt in dit probleem bij het gebruiken van het doosje van de punaises, om de kaars in te zetten. Het doosje bevestig je vervolgens aan het prikbord en de kaars staat rechtop in de ‘houder’.

“Ja, haha.”

Het gaat er dus in dit geval om, om het doosje van de punaises mogelijk meer functionaliteiten toe te kennen dan alleen die van het bij elkaar houden van de punaises. Zoals McGyver van een twijgje en een wattenstaafje een allesvernietigend wapen kon maken. En zoals de heren van de NASA basis de Apollo 13 bemanning redden door een ‘onmogelijke’ opdracht te volbrengen met wat er nou eenmaal op dat moment voorhanden was. (video)

Het in staat zijn om zaken anders te bekijken is een indicator van creatief oplossend vermogen. Kinderen kunnen dat, bij afwezigheid van functionele kennis. Het aangeleerd krijgen van functionele betekenis remt ons dus eigenlijk in onze creativiteit. Gelukkig kun je weer leren kijken zoals je dat als kind gewend was!